1
×

Inbox

  • Notificaties0
  • Taken0

Notificaties

    Terug

    De bevalling!

    Gepubliceerd op: 12-2-2019Bewerkt op: 2-20-2020
    Blogchannel van Maricken Gepubliceerd op: 12-2-2019Bewerkt op: 2-20-2020
    Geschreven door: Blogchannel van Maricken
    Zwangerenblog Maricken - week 39

    Achteruitgaande omstandigheden

    De dagen in het ziekenhuis zijn lang. Ik voel me met de dag beroerder worden en maak me steeds meer zorgen. Elke dag word ik onderworpen aan meerdere onderzoeken, ik word continu gemonitord en de kleine man wordt scherp in de gaten gehouden. Ik heb volledige bedrust en mag alleen uit bed om van het toilet gebruik te maken.

    Vrijdagnacht voel ik me wederom beroerder en beroerder worden. Ik druk op de zustersbel en zeg dat het niet goed met me gaat. Mijn waardes worden weer gemeten en mijn bloeddruk is gevaarlijk hoog.

    De dienstdoende gynaecoloog en verloskundige worden erbij geroepen. Ondertussen is een verpleegkundige een magnesiuminfuus aan het klaarmaken om mijn bloeddruk naar beneden te krijgen. Ook worden de bloeddrukverlagers die ik inmiddels slik in dosering verhoogd.

    Overgaan tot inleiden

    “Maricken, we gaan je morgenvroeg inleiden. We hebben vanavond overleg gehad met de betrokken disciplines en in eerste instantie wilde we het inleiden het liefste over het weekend heen tillen, maar we gaan het risico niet meer lopen. Het plan was je dit morgenvroeg pas te vertellen maar aangezien je je nu weer zo slecht voelt geeft je dit misschien meer rust.”

    En dat doet het. Ik wil mijn kleine mannetje vasthouden, ik maak me zoveel zorgen dat het met hem ook niet goed gaat. De gynaecoloog stelt me gerust. Met hem gaat alles goed, zijn hartje klopt sterk en regelmatig. De verloskundige blijft nog even bij me op de kamer om me gerust te stellen. “Morgen gaat het beginnen, probeer nu nog maar even te slapen.”

    Het kan beginnen

    Zaterdagochtend, ik word wakker. Gek genoeg heb ik goed kunnen slapen. Sjoerd is al vroeg in het ziekenhuis, hij heeft wat minder goed kunnen slapen van de spanning. De verloskundige en een verpleegkundige van de dagdienst komen uitleg geven wat er gaat gebeuren.

    Er wordt een ballonnetje geplaatst met Prostaglandinegel. Dit zorgt ervoor dat mijn baarmoedermond gaat verstrijken en verweken. Het doel is om aan het einde van de dag 3cm ontsluiting te hebben. Voor de nacht zal ik een flinke cocktail van slaap- en pijnstilling krijgen om nog een nacht echt goed door te kunnen slapen. Zondagochtend zullen mijn vliezen gebroken worden.

    Dit moet even goed tot me doordringen. “Dus morgenavond hebben we – waarschijnlijk – een baby?” ik kijk Sjoerd aan terwijl ik dit vraag. Sjoerd knikt en grijnst: “precies een maand na jouw verjaardag.”

    Het plaatsen van het ballonnetje is onprettig, maar niet pijnlijk. “Je doet het hartstikke goed!”, spreekt de verloskundige me bemoedigend toe. Nadat ze haar handschoenen uitgetrokken heeft klapt ze in haar handen: “En nu is het aan jou, succes! En als er wat is druk je meteen op de bel!”

    Krampen of toch weeën?

    Wanneer Sjoerd en ik alleen achter zijn gebleven in de kamer besluiten we maar wat tv te kijken. Na een uurtje beginnen de mensturatieachtige krampen plaats te maken voor gemene krampen. Na een tijdje merk ik dat ik de krampen weg begin te puffen. Ook lig ik niet meer lekker in bed en zoek in de kamer andere houdingen om de krampen op te vangen.

    “Dit zijn toch nog geen weeën?” vraag ik verschrikt aan Sjoerd. “Dat kan toch niet? Het zouden menstruatiekrampen blijven?” Sjoerd drukt op de bel: “Dat gaan we gewoon even vragen” zegt hij kalm.

    “Als dit menstruatiekrampen zijn zoals andere vrouwen ze hebben heb ik echt medelijden met ze!” breng ik verbeten uit tijdens weer een kramp. Nanda de verpleegkundige komt de kamer binnen en ziet mijn van pijn vertrokken gezicht. “Oh jeetje, is het al zo erg? Wil je onder de douche staan? Over een paar uurtjes mag je ook in bad als je wil? Eerst maar even de douche proberen?” Weeën dus!

    Ze schuift me de badkamer in en instrueert Sjoerd de weeëntimer aan te zetten. “Oh kind”, zegt ze met een onvervalst Rotterdams accent. “Ja je hebt al weeën joh. Nou jouw lijf weet wel wat het moet doen zeg. Blijf maar even lekker onder de douche staan, het is even klote ik weet het, maar dit is hartstikke goed!” Terwijl ze de kamer verlaat mompel ik haar nog wat onvriendelijks toe. “Hartstikke goed pppffff, dit doet PIJN!”

    Gedurende de uren die daarop volgen concentreer ik me op mijn ademhaling, de uren vliegen gek genoeg voorbij en voordat ik het weet mag ik in bad. Hier kan ik de weeën goed opvangen. Het warme water is prettig en helpt me redelijk te ontspannen. Wanneer ik na anderhalf uur uit bad stap voel ik het ballonnetje zakken. Tegelijkertijd nemen de krampen af.

    Goede ontsluiting

    De dames van de vroege dienst hebben inmiddels plaatsgemaakt voor de dames van de avonddienst. Marty, de verpleegkundige van de avonddienst besluit het ballonnetje eruit te halen. Dit gaat zonder problemen. 3 cm ontsluiting! Zij en Sjoerd staan te juichen aan mijn bed. Ik ben opgelucht, mijn lijf heeft gedaan wat het moest. Morgen gaan we verder. Nu eerst een nacht goed slapen.

    Zondagochtend. Ik word gewekt door de vroege dienst. Wauw wat heb ik lekker geslapen. De injectie die ze me de avond ervoor gegeven hebben heeft inderdaad zijn werk goed gedaan. Sjoerd komt net de kamer binnen, hij heeft thuis geslapen. Ik grinnik als ik zijn trui zie. Hier staat met grote letters op: “Imagine the Future.” Leer mij Sjoerd kennen, dit heeft hij heel bewust gedaan. Hij ziet dat ik naar zijn trui kijk en lacht: “Ja toch?” en geeft me een dikke kus.

    De verloskundige die gisteren mijn ballonnetje heeft geplaatst heeft ook nu weer dienst, samen met Nanda komt ze binnen. “Nou Maricken, hard gewerkt gisteren! Als jouw lijf vandaag net zo goed weet wat het moet doen heb je vandaag jullie zoontje vast!”

    Breken van de vliezen

    Mijn vliezen worden gebroken. Dit doet geen pijn. Ik voel een druk en een plop en daarna wordt het nat onder mijn billen. Het is geen grote plons of overstroming zoals je weleens in films ziet.

    Dan is het afwachten. Sjoerd en ik zijn weer alleen in de kamer. We kijken op de klok; 10:00 uur. “Zou hij vandaag het daglicht nog zien of wordt hij in het donker geboren?” vraag ik me hardop af.

    Een weeënstorm

    Al snel beginnen de weeën. De krampen die ik gisteren voelde zijn niks vergeleken met de weeënstorm waar ik binnen no time in zit. Ik kan niet meer zitten of liggen. Ik wil alleen maar staan en mijn buik wiegen. Ik word misselijk maar kan niet braken. Ik puf de weeën weg zoals ik bij de zwangerschapsyoga heb geleerd. Op een gegeven moment neemt de pijn het van me over en ik raak wat in paniek. De weeën komen zo snel achter elkaar dat ik geen moment heb om op adem te komen. Mijn benen beginnen gevaarlijk onder mijn lijf te trillen en ik ben bang dat ze me niet meer kunnen dragen. Sjoerd ademt samen met me en ik kom weer in het ritme. Het is inderdaad waar wat ze zeggen, je zit in een bubbel en bent je maar deels bewust van wat er om je heen gebeurd.

    “Hij blijft enig kind!” roep ik na een gemene wee uit. Sjoerd knikt alleen maar en wrijft over mijn rug. Na 2 uur deze weeënstorm ben ik uitgeput. Ik wil iets tegen de pijn, kan niet meer op mijn benen staan en elke andere houding is onmogelijk. Ik voel me ergens een slappeling dat ik zo snel om iets tegen de pijn vraag.

    Dan maar een ruggenprik

    Op dat moment komt Nanda weer binnen. Ik zeg meteen: Ik wil een ruggenprik.” Sjoerd is verbaasd: “Dat wilde je toch juist niet? Je wilde toch in het geval van pijnmedicatie Remifentanyl?” “Nee, ik wil NU een ruggenprik!” Nanda belt de verloskundige en de anesthesist. Omdat het weekend is, is deze niet in het ziekenhuis en moet vanuit thuis komen. “Hoe lang gaat dat duren?!” breng ik hijgend tussen de pijn door uit. “Dat durf ik niet te zeggen”, brengt Nanda een beetje bedrukt uit.

    Het is dat ik zo in beslag genomen word door de weeën, anders had ik waarschijnlijk uit frustratie iets door de kamer gegooid. Gelukkig is de anesthesist snel in huis en binnen een half uur word ik naar haar toegereden. Op dat moment heb ik 4cm ontsluiting. 4cm pas! 1cm meer dan waarmee ik vanochtend begonnen ben. Ik vervloek het hele universum en kan alleen maar wensen dat de ruggenprik snel gezet is.

    Dit blijkt echter wat meer voeten in de aarde te hebben dan ik dacht. Ik ben hartstikke misselijk, moet op de bedrand zitten en proberen ontspannen te blijven zitten terwijl ze de ruggenprik zetten. Ondertussen blijven de weeën komen en probeer ik ze met man en macht weg te puffen. Nanda puft met me mee en is in deze zee van pijn mijn reddingsboei. Sjoerd zijn onderarm ziet inmiddels blauw van mijn geknijp, maar de pijn wegknijpen helpt me om doodstil te blijven zitten. Bang dat er anders wat misgaat met de ruggenprik.

    Ik wacht in opperste concentratie met mijn ogen dicht af totdat de anesthesist aangeeft dat ze klaar is. Na 3 pogingen is het eindelijk gelukt. Al met al heeft dit anderhalf uur geduurd.

    Maar daar houdt het niet mee op..

    Wanneer ik terug op het bed mag gaan liggen word ik overspoeld door een golf van misselijkheid. Ik kan nog net een zakje grijpen en gooi hier mijn hele maaginhoud in. Ik zak opgelucht terug in bed. Doe eindelijk mijn ogen open en zie het vrolijke gezicht van Nanda: “Nou, wij zeggen altijd, vrouwen gaan braken bij 4 of 8cm ontsluiting.” Terwijl ik het zweet van mijn voorhoofd weeg antwoord ik: “Dan mag ik nondedju hopen dat dit 8cm was Nanda.” Ik schiet in de lach. Ik voel me extreem opgelucht nu de misselijkheid weg is en de ruggenprik begint te werken.

    Er worden nog wat testjes gedaan om er zeker van te zijn dat de ruggenprik goed werkt en dan word ik teruggereden naar mijn kamer. Hier wordt meteen gekeken op hoeveel onsluiting ik zit; 9cm! In de anderhalfuur bij de anesthesist heb ik even 5cm ontsluiting gecreëerd. De verloskundige trekt een wenkbrauw op; “Ja eh, eigenlijk moet ik de epiduraal nu uitzetten want je hebt al teveel ontsluiting.” Ik schiet overeind in mijn bed en trek haar bijna aan haar jasje het bed in: “Als je het maar láát!!” breng ik kwaad met opeengeklemde kaken uit.

    De verloskundige is haar leven ook liever zeker en maakt met mij het compromis dat ik 2 uur mag genieten van de epiduraal alvorens ze hem uit gaan zetten. Het is op dat moment 14:00 uur. Ik lig lekker in bed wat te soezen en Sjoerd kijkt voetbal. Het is tenslotte zondag.

    Ons zoontje komt nu steeds dichterbij

    Nanda komt aan het einde van haar dienst even gedag zeggen. “Ik ben nu twee dagen vrij dus ik denk niet dat ik jullie nog zie, maar als je het goed vindt vraag ik wel of Marty me vanavond even appt hoe het gegaan is.” Natuurlijk mag dit! Ik bedank Nanda voor haar mentale steun en voor de manier waarop ze me door de weeën gecoacht heeft.

    Marty neemt het weer over. De epiduraal wordt uitgezet en dan is het wachten. “Als je iets van druk gaat voelen Maricken, moet je bellen oke?” Ik knik en wacht het rustig af. Rond 17:00 uur begin ik de weeën weer goed te voelen en voel ik lichte druk. Om 17:30 uur komt Marty even kijken hoe het gaat. Ik geef aan dat het langzaam begint te komen maar nog niks concreets. Marty kijkt op haar horloge en zegt dat ze even snel een hapje gaat eten, maar als er iets is ik metéén moet bellen.

    Ik wuif dit weg en geef aan dat ik nog wel even door kan en ze lekker moet gaan eten. “Eet smakelijk en tot straks!” zwaai ik haar vrolijk de kamer uit. 10 minuten later voel ik een enorme druk. Ik kijk Sjoerd verschrikt aan. “Oh nee! Volgens mij is het begonnen en Marty zit net te eten!” Sjoerd duikt op de bel af en drukt. “Nee ze is nog niet klaar met eten!” roep ik verschrikt.

    Marty komt nog half kauwend de kamer binnen, haar mond afvegend aan een servet. “Sorry!” roep ik verschrikt uit, “maar ik voel heel veel druk!” Marty schud lachend haar hoofd en wast haar handen. “Een echte verpleegkundige hè?” vraagt ze aan Sjoerd. “Wij cijferen onszelf altijd weg, zelfs als we liggen te bevallen!” “Maar heb je wel genoeg gegeten?” vraag ik nog bezorgd.

    Nu 10 cm ontsluiting! Persen maar!

    Ine, de verloskundige wordt erbij gehaald en onderzoekt me. “Maricken, je hebt 10cm ontsluiting, de baby ligt nog een beetje hoog maar we kunnen zo gaan starten.” Onze redelijk knusse ziekenhuiskamer wordt binnen een paar minuten omgetoverd in een bevalkamer.

    Om 18:05 uur mag ik gaan beginnen met persen. Ik volg de instructies van Ine op. Marty en Ine staan me bij elke perswee als twee cheerleaders toe te juichen. Als ik hen mag geloven gaat het hartstikke goed. Sjoerd staat naast me en fungeert wederom als knijpbal. Dit keer houdt hij zijn armen ver buiten bereik en knijp ik keihard in zijn trui. Na een aantal keer persen voel ik hoofdpijn opkomen. Bij de zoveelste perswee waarbij ik álles geef wat ik heb, knapt er iets in mijn hoofd. Alles wordt zwart en het lijkt alsof mijn hoofd barst. “Mijn hoofd, pijn, ik zie niks meer.” breng ik met moeite uit.

    Op dat moment hoor ik verschillende apparaten langs me afgaan. Ik merk dat er paniek ontstaat in de kamer en hoor een hoop gestommel. “Bel de gynaecoloog!” hoor ik Ine zeggen. Ik voel getrek aan mijn armen en benen waarvan ik op dat moment niet goed weet wat het is. Achteraf heb ik begrepen dat mijn bloeddruk gemeten werd en weer gevaarlijk hoog was waarop er verschillende infusen aangesloten zijn om dit weer omlaag te helpen.

    HELLP tijdens het persen

    Ik lig zonder zicht in bed en kan niks meer. De hoofdpijn heeft me overmeesterd en verlamd me. Ik ben op, moe. Ik wil alleen nog maar dat de hoofdpijn stopt. Deze is zo aanwezig dat ik de persweeën niet meer voel.

    Ik lig in mijn bubbel en heb het gevoel dat ik onder water lig. Ik hoor stemmen maar kan niet goed opmaken wat er gezegd wordt. Totdat ik iemand hoor zeggen: “Ze schiet in een HELLP!” Het is alsof ik weer boven water getrokken word. Shit shit shit, foute boel. Het HELLP syndroom is de overtreffende trap van zwangerschapsvergiftiging en serieus gevaarlijk.

    Ik krijg een capsule in mijn mond geduwd en moet deze doorslikken. Dit gaat moeilijk, mijn mond is zo droog, ik probeer uit te leggen dat ik water moet hebben maar ik kan niet goed meer praten. Na opperste concentratie fluister ik: “water.” Sjoerd hoort het en komt met een glas water aangerend. Langzaam komt mijn zicht terug.

    Als alles maar goed gaat met onze kleine..

    De CTG gaat af, het gaat niet goed met ons kindje. De gynaecoloog komt binnen gerend, delegeert taken en er wordt een reanimatiekar binnengereden met een piepkleine defibrillator erop en een klein zuurstofmaskertje. Shit, hij is dus niet voor mij. Vreemd hoe je op dat moment denkt: “Laat het maar voor mij zijn, als alles maar goed is met ons kleintje.”

    Door de kiertjes van mijn ogen zie ik dat de kamer vol loopt met mensen. De gynaecoloog maant om stilte en spreekt mij rustig toe. “Maricken ik ga jou en je zoontje helpen. Ik ga een vacuumpomp op zijn hoofdje plaatsen en als je een perswee hebt gaan we hem samen helpen geboren te worden.” Ik knik, en concentreer me op mijn onderbuik. De hoofdpijn probeer ik te negeren en ik probeer de perswee te herkennen. Dan voel ik hem. Ik pers met alles wat ik heb, ik blijf persen, persen en persen. Mijn adem is allang op en ik denk even dat ik flauw ga vallen. Maar ik zet door. Hij. Moet. Er. Uit.

    En dan kan hij toch echt geboren worden!

    Ineens voel ik een enorme druk toenemen en wegebben. Ik hoor Sjoerd en de aanwezige mensen naar adem happen. “Kijk Maricken, kijk!” Nog voordat ik mijn ogen open heb hoor ik hem... een zacht gehuil wat snel aanzwelt tot een flinke krijs.

    Ik val terug in de kussens en voel een warm glibberig lijfje op mijn borst dat naar warmte zoekt. Ik open mijn ogen en zie ons zoontje. Hij is zó klein en zó perfect. Ik huil zachtjes met hem mee en fluister dat het oke is. Dat hij het supergoed gedaan heeft. Ik overlaad hem met kusjes tot zijn gehuil langzaam overgaat in een rustige ademhaling.

    Een gezond en wel prachtig jongetje

    “Een apgar-schore van 9”, hoor ik iemand zeggen. Opluchting maakt zich van me meester. De mensen in de kamer trekken zich langzaam terug, de reanimatiekar wordt de kamer uitgereden.

    En wanneer alleen Ine, Marty, de gynaecoloog, Sjoerd en ik nog over zijn op onze kamer, spreekt Sjoerd voor het eerst hardop zijn naam uit:

    “Hoi Moos”

    10 november 2019 18:46 uur – 2810 gram.

    • Feed

    • Mijn week

    • Cursusportaal

    • Community

    • Dashboard