In de nacht van de uitgerekende datum lig ik weer eens wakker. Ik voel haar trappelen in mijn buik en ineens voel ik ‘plok’. Ik pak het glaasje dat naast mijn bed klaarstaat en vang zo de eerste scheut vruchtwater op. Mijn hart gaat tekeer: het is begonnen! ‘Peter! Mijn euhh.. vrucht.. euh.. water is gebroken!’ Terug in bed komen al wat weeën. Onregelmatig en niet al te lang. In de ochtend meldt Peter zich af voor werk en zitten we wat beduusd naast elkaar op de bank.
Een stralende dag is begonnen.
Afleiding zoeken
Rond lunchtijd komt de verloskundige een kijkje nemen. Ze verwacht dat ons kleintje vandaag geboren zal worden. Wat een punctuele dochter, op de uitgerekende datum! ‘Ga lekker een beetje rommelen in huis of kijk een filmpje ofzo, lekker relaxed, maar ga niet focussen op de weeën’, raadt ze aan. Dus ik ga maar lekker tekenen en zittend op de bal kijken we een film, waarbij ik af en toe een wee wegzucht. De weeën komen nog steeds onregelmatig en zeker niet snel genoeg na elkaar. Ik probeer zittend op m’n bal de ontsluiting te bevorderen, maar als de verloskundige om vijf uur weer langskomt, zit ik er volgens haar nog veel te monter bij.
Duik in je weeën
Ik besluit mezelf te onttrekken aan deze zonnige dag en ga met de gordijnen dicht in bed liggen. Focus werkt voor mij blijkbaar beter dan afleiding, want al snel vuren de weeën zich op me af. De verloskundige geeft aan dat ik dit nog even een uurtje moet laten doorzetten. Oh hell... een uur?! Bij elke beweging schiet er een wee door mijn lijf en de verloskundige toucheert 5/6 cm ontsluiting. Om half negen rijden we in haar auto de 300 meter naar het ziekenhuis, weeën wegzuchtend met een spuugemmertje op mijn schoot. De weeën stoppen niet meer en als ik in een rolstoel door het ziekenhuis wordt gereden, sluit ik mijn ogen om ze de komende uren niet meer open te doen.
Laatste centimeters
Zittend op het ziekenhuisbed, op een bal en op het toilet zucht ik de heftige weeën weg. Van puffen word ik draaierig. Ik hoor ze overleggen over het stollingsmedicijn. Ik hoor ze het infuus voorbereiden en voel gefrunnik aan mijn arm om te prikken. Blijkbaar moet het nog een keertje. Ik hoor dat de verloskundige haar dienst overdraagt. Iemand zegt dat ik net 20 minuten op het toilet heb gezeten. 20 minuten?! Ik ben alle besef van tijd kwijt. Ik heb alle concentratie nodig, alle gesprekken of aanrakingen leiden teveel af. Tot zover de massages en muziek uit mijn geboorteplan...
Wee voor wee zucht ik diep weg en tussendoor probeer ik naar mijn buik te ademen en m’n lijf te ontspannen. Het doet zoveel pijn dat ik uitroep dat ik dit niet veel langer volhoud. Ze toucheert 8/9 cm ontsluiting, waar ik zo op de verlossende volledige ontsluiting had gehoopt.
Op volle kracht
Kort daarop schokt mijn lichaam tussen de ontsluitingsweeën door de andere kant op. Ik voel dat er persweeën opkomen, maar mag nog niet persen. Ik ben volledig overgeleverd aan mijn lichaam en zucht, puf, hap, schreeuw alles door elkaar. Ik kan het niet meer wegzuchten. Dan hoor ik de verlossende woorden dat ik naar mijn lichaam mag luisteren. Groen licht om te persen. Een ritme van 3 grote happen lucht en de juiste kant op duwen. Ik lig op mijn zij, zit op een baarkruk en lig op mijn rug. Ik hap, duw en schreeuw of mijn leven er vanaf hangt. Peter, de verloskundige en de verpleegkundige moedigen me elke wee aan. Tijdens de weeën voel ik haar binnenin afzetten tegen mijn ribben. Het doet enorm veel pijn, maar het heeft ook iets bijzonders.
Dan zijn we op het moeilijkste punt aangekomen om haar hoofd voorbij mijn schaambot te krijgen. ‘We zijn hier nog steeds aan het persen’, hoor ik de verloskundige tegen iemand zeggen. Mijn blaas wordt geleegd en elke wee komt ze een klein beetje vooruit, maar schiet ook weer veel terug. Haar hartje klopt gelukkig nog goed. ‘Als ze nu niet snel verder komt, dan zullen we andere ingrepen moeten doen,’ zegt de verloskundige. Dit geeft mij nog meer kracht en ze zakt weer iets lager. Dan drukt de verpleegkundige bovenin mijn buik om te voorkomen dat ze ver terugschiet. Zo duwen we haar voorbij mijn schaambot.
'Ik kan haar zien!' roept Peter. We persen samen ons meisje verder naar buiten. Het begint te branden beneden en ik ben dankbaar voor ‘t warme washandje. Als ik hoor dat Peter wordt voorbereid om haar op te vangen, weet ik dat ik er bijna ben. Peter ziet haar hoofdje eruit komen en we moeten wachten op de volgende perswee om haar lijfje eruit te krijgen.
Ze is er!
En dan ineens ligt ze op mijn buik. Ik zoen Peter en ben volledig overdonderd. Zo onwerkelijk, dit mensje zat gewoon in mijn buik! Ze is zo prachtig. Onze dochter. We worden even met z’n drieën gelaten met gedimd licht. We bewonderen haar verfrommelde bekkie en liefde overspoelt me aan alle kanten. Even later wordt ze gewogen; 8,5 pond schoon aan de haak! Niemand heeft tijdens de zwangerschap geschat dat ze flink zou zijn. ‘Ze zat goed verstopt in je buik’, zegt de verloskundige. Het blijkt dat ik maarliefst bijna twee uur lang heb geperst. Gelukkig vrijwel zonder kleerscheuren. Ze is uiteindelijk net over middernacht geboren. Een paar uur later word ik de verloskamer uitgereden met haar in mijn armen. Ik voel een golf van emotie en trots door mijn lijf.
En zo rollen we de kraamweek in. Een week vol verliefde momenten, trots over de bevalling, pittige nachten, veeleisende voedingsschema’s, tranen van geluk, tranen van overweldiging en vooral heel veel liefde. Ze ligt op mijn buik als ik een paar blogs teruglees die ik schreef toen ze in mijn buik zat. De tranen stromen over mijn wangen.
Nu weet ik over welk prachtig mensje ik al die tijd heb geschreven. Mara Johanna.