De medische term voor een keizersnede is sectio caesarea. De gynaecoloog maakt een kleine horizontale snede, de zogenaamde 'bikinisnede' vlak boven het schaambeen in de onderbuik. Daarna wordt ook nog een snee in de baarmoeder gemaakt om je baby hieruit te kunnen halen. Na het uithalen wordt de navelstreng doorgeknipt. Daarna wordt de placenta verwijderd en worden achtereenvolgens de baarmoeder, de buikwand en de huid weer gesloten door middel van hechtingen. De hele operatie van de keizersnede duurt ongeveer een half uur tot een uur.
Je partner mag vaak aanwezig zijn bij de keizersnede zodat ook hij of zij zoveel mogelijk bij de geboorte betrokken wordt. Je partner staat dan bij jouw hoofdeinde en kan je zo ook steunen tijdens de operatie.
Ruggenprik of narcose tijdens de keizersnede
Bij een keizersnede wordt meestal een ruggenprik gegeven. Je maakt zodoende de geboorte van je kindje mee en kan je kindje even vasthouden na de geboorte. Soms is er een reden waarom een narcose beter is. Als dit zo is dan zal dat met je worden besproken.
Wanneer wordt gekozen voor een geplande keizersnede?
Het kan voor de bevalling al duidelijk zijn dan een keizersnede noodzakelijk is. Soms wordt een keizersnede direct ingepland. Hiervoor zijn verschillende redenen:
- Een reden kan zijn dat je baby in een stuit- of dwarsligging ligt.
- Je bevalt van een meerling die ongunstig in de baarmoeder ligt.
- Je bekken is te smal voor een natuurlijke bevalling.
- Je hebt bij een eerdere bevalling complicaties gehad.
Herstel van een keizersnede
Een keizersnede is een grote operatie. Als alles goed gaat verblijf je meestal nog twee tot drie dagen in het ziekenhuis, maar dit kan ook langer zijn. Omdat je weinig beweegt krijg je tijdens de opname injecties in je been om trombose te voorkomen. De hechtingen die gebruikt zijn lossen vanzelf op. Het totale herstel (inclusief herstellen thuis) kost gemiddeld ongeveer 6 weken.