1
×

Inbox

  • Notificaties0
  • Taken0

Notificaties

    Terug

    Alles over weeënremmers bij een vroegtijdige bevalling

    Gepubliceerd op: 9-19-2023Bewerkt op: 5-10-2024
    ZP® - Magazine Gepubliceerd op: 9-19-2023Bewerkt op: 5-10-2024
    Geschreven door: ZP® - Magazine
    Het kan helaas voorkomen dat een bevalling vroegtijdig op gang komt en weeënremmers kunnen dan helpen de bevalling wat uit te stellen. Je baby is bij een vroegtijdige bevalling namelijk nog niet klaar om geboren te worden en zit beter nog even veilig in de baarmoeder. Wat zijn weeënremmers en hoe worden ze ingezet?

    Wat zijn weeënremmers?

    Weeënremmers, ook wel bekend als tocolytica, spelen een cruciale rol bij het tijdelijk onderdrukken van vroegtijdige bevallingen. Deze medicijnen worden doorgaans toegediend wanneer zwangere vrouwen tussen de 24 en 34 weken zwangerschap ervaren, maar het kan ook tussen de 34 en 37 weken worden toegediend als je zorgverlener dit nodig acht. Zo'n zeven procent van de bevallingen komt vroegtijdig op gang.

    Wanneer krijgt een vrouw weeënremmers?

    Weeënremmers zijn medicijnen ontworpen om vroegtijdige bevallingen tijdelijk tegen te houden. Als je voor de 37e week van je zwangerschap weeën begint te krijgen is dit een vroegtijdige bevalling, en kunnen deze medicijnen worden voorgeschreven. Het doel is om de bevalling met maximaal 48 uur uit te stellen. Dit geeft artsen de gelegenheid om enkele belangrijke stappen te ondernemen die van vitaal belang zijn voor de gezondheid van de baby.

    Een van de belangrijkste redenen waarom weeënremmers worden gebruikt, is om de longen van de baby voldoende tijd te geven om zich te ontwikkelen. Als een baby voor de 34e week wordt geboren, zijn de longen vaak nog niet volledig ontwikkeld. Dit verhoogt het risico op ernstige ademhalingsproblemen na de geboorte aanzienlijk. Weeënremmers helpen dit risico te verminderen door de bevalling tijdelijk uit te stellen, omdat je baby het dan in baarmoeder beter heeft dan daarbuiten.

    Er zijn echter uitzonderlijke situaties waarin het gebruik van weeënremmers niet aanbevolen wordt. Bijvoorbeeld, als de aanstaande moeder te maken heeft met een hoge bloeddruk, HELLP-syndroom of pre-eclampsie, kan het soms beter zijn om de bevalling niet te vertragen. In deze gevallen kan het risico voor de baby binnen de baarmoeder groter zijn dan daarbuiten.

    Corticosteroïden

    Tijdens deze verlengde periode krijgt de moeder ook een injectie krijgen met corticosteroïden, die de longen van de baby in een versneld tempo helpen rijpen. Dit is van onschatbare waarde voor de overlevingskansen van de baby buiten de baarmoeder. Daarnaast kan het nodig zijn om de moeder over te brengen naar een gespecialiseerd ziekenhuis met een neonatale intensive care unit voor de zorg van prematuur geboren baby's.

    Welke weeënremmers worden gebruikt?

    Deze soorten medicatie worden gebruikt als weeënremmers:

    Nifedipine (Adalat): Nifedipine is oorspronkelijk ontwikkeld als een bloeddrukverlagend middel, maar blijkt ook effectief te zijn bij het onderdrukken van vroegtijdige weeën. Nifedipine wordt meestal in tabletvorm toegediend en vereist nauwlettende monitoring van de bloeddruk tijdens gebruik, aangezien dit medicijn de bloeddruk kan verlagen. Het is niet geschikt voor personen met een lage bloeddruk of hart- en vaatproblemen.

    Atosiban (Tractocile): Tractocile, ook bekend als atosiban, is een medicijn dat ingrijpt op het hormoon oxytocine, dat verantwoordelijk is voor het op gang brengen van weeën. Door atosiban toe te dienen, kunnen weeën worden verminderd. Dit medicijn wordt meestal via een infuus toegediend en staat bekend om zijn relatief lage incidentie van bekende bijwerkingen. Het is echter belangrijk op te merken dat atosiban niet geschikt is voor personen met een allergie of overgevoeligheid voor deze stof.

    Fenoterol (partusisten) en sympathicomimetica Partusisten, dat fenoterol bevat, behoort tot de categorie sympathicomimetica. Dit medicijn wordt via een infuus toegediend en staat bekend om het veroorzaken van relatief veel bijwerkingen. Het wordt meestal alleen gebruikt om de bevalling kortdurend uit te stellen. Naast fenoterol worden soms ook andere medicijnen uit deze geneesmiddelengroep gebruikt, zoals terbutaline, salbutamol of ritodrine. Mensen met diabetes, hartproblemen of een overactieve schildklier mogen meestal geen sympathicomimetica gebruiken.

    Bijwerkingen van weeënremmers

    Het gebruik van weeënremmers kan gepaard gaan met enkele bijwerkingen, zoals:

    • Hartkloppingen
    • Misselijkheid en braken
    • Hoofdpijn
    • Opgejaagd gevoel
    • Opvliegers
    • Verhoogde hartslag
    • Duizeligheid
    • Trillen

    Je wordt nauw in de gaten gehouden als je weeënremmers krijgt, dus je kan snel behandeld worden mochten er ernstige bijwerkingen optreden.

    Oorzaken van vroegtijdige weeën

    Hoewel de exacte oorzaak van vroegtijdige weeën vaak een mysterie blijft, zijn er verschillende factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan ervan:

    • Infectie: De aanwezigheid van een infectie kan soms vroegtijdige weeën uitlokken.
    • Voortijdig breken van de vliezen: Wanneer de vliezen te vroeg breken, kan dit leiden tot vroegtijdige samentrekkingen van de baarmoeder.
    • Trauma: Een auto-ongeluk of een val kan een trigger zijn voor vroegtijdige weeën.
    • Meerlingzwangerschap: In gevallen van een meerlingzwangerschap zet de baarmoeder extra uit, wat het risico op vroegtijdige weeën kan verhogen.
    • Te veel vruchtwater: Als er te veel vruchtwater aanwezig is, kan dit leiden tot een overmatige uitzetting van de baarmoeder en vroegtijdige weeën veroorzaken.
    • Placenta-gerelateerde complicaties: Een voorliggende placenta of loslating van de placenta kunnen leiden tot bloedverlies en vroegtijdige weeën.
    • Baarmoeder- of baarmoedermondafwijkingen: Abnormale kenmerken van de baarmoeder of baarmoedermond, zoals die bij DES-dochters, vrouwen met vleesbomen of na een operatie aan de baarmoedermond, kunnen een rol spelen.
    • Moederlijke eigenschappen: Factoren zoals een hogere leeftijd, een hoge bloeddruk en de aanwezigheid van een infectieziekte kunnen bijdragen aan het risico van vroegtijdige weeën.
    • Geschiedenis van vroeggeboorte: Als een vrouw eerder een vroeggeboorte heeft doorgemaakt, kan dit het risico verhogen.
    • Leefgewoonten: Roken, alcohol- en drugsgebruik zijn factoren die het risico op vroegtijdige weeën kunnen vergroten.

    Het is belangrijk op te merken dat deze factoren niet altijd leiden tot vroegtijdige weeën en dat zwangere vrouwen er lang niet altijd controle over hebben.

    Bron: Alrijne
    • Feed

    • Mijn week

    • Cursusportaal

    • Community

    • Dashboard