1
×

Inbox

  • Notificaties0
  • Taken0

Notificaties

    Terug

    Verschillende fases in de bevalling: wat gebeurt er allemaal?

    Gepubliceerd op: 8-3-2016Bewerkt op: 10-23-2023
    ZP® - Magazine Gepubliceerd op: 8-3-2016Bewerkt op: 10-23-2023
    Geschreven door: ZP® - Magazine
    De bevalling is een proces dat bestaat uit verschillende fases: de ontsluiting, de uitdrijving en het nageboortetijdperk. Hoe snel deze fases elkaar opvolgen weet je nooit van tevoren. De eindstreep ga je hoe dan ook halen en de verloskundige helpt je daarbij! Iedere bevalling is anders, maar het algemene verloop is vrijwel altijd hetzelfde. Het is vooral de tijdsduur die nogal uiteen kan lopen. Lees hier wat er allemaal staat te gebeuren

    De bevalling

    Om te bevallen heb je in ieder geval altijd weeën nodig. Maar hoe kom je nu aan weeën? Aan het eind van de zwangerschap maakt je lichaam prostaglandines aan. Prostaglandines worden gemaakt in de vliezen en zijn hormonen die zorgen voor het rijpen van de baarmoedermond. Ze stimuleren de aanmaak van oxytocine. Oxytocine zorgt voor het samentrekken van de baarmoeder oftewel: weeën. Hoe meer oxytocine je aanmaakt, hoe meer weeën je krijgt en hoe sneller je over het algemeen dus bevalt.

    Een normale bevalling zal ongeveer op de volgende manier verlopen:

    Iedere bevalling begint met de ontsluitingsfase, welke weer onder te verdelen is in drie andere fases, namelijk de voorbereidingsfase, de latente fase en de actieve fase. Daarna volgt de uitdrijving, waarbij de baby wordt geboren en de laatste fase is het nageboortetijdperk.

    De ontsluitingsfase

    De voorbereidingsfase

    De voorbereidingsfase is de geleidelijke overgang van zwangerschap naar bevalling. Dit gebeurt door voorweeën en harde buiken, die soms best een tijdje kunnen aanhouden. De een heeft hier bijna geen last van, de ander een stuk meer. Deze harde buiken en voorweeën zijn vaak onregelmatig en zorgen voor veranderingen van de baarmoedermond. Dit kan ook tot wat ontsluiting leiden, vaak zo’n 1 a 2 cm, maar dat is niet altijd het geval.

    De latente fase

    In de latente fase zijn de echte weeën begonnen en komen ze steeds regelmatiger en frequenter, met minimaal 2 weeën per 10 minuten. De bevalling is nu echt begonnen! Het zijn echter nog beginnende weeën, die nog goed op te vangen zijn; je kunt ze nog makkelijk wegzuchten en je kunt nog praten tijdens de wee. Door deze weeën verstrijkt de baarmoeder en krijg je tot 2-3 cm ontsluiting.

    Tijdens deze latente fase is het vooral een kwestie van afwachten en kun je soms het beste wat afleiding proberen te zoeken: zet een film op of loop wat rond en rommel in huis.

    Ademhaling tijdens de latente fase

    Tijdens de latente fase kun je je weeën dus nog makkelijk wegademen. De beste manier om dat in deze fase te doen is als volgt: Inademen door je neus en uitademen door je mond. Bij het inademen maak je een bolle buik en bij het uitademen probeer je je zo veel mogelijk te ontspannen. Op deze manier kun je de weeën het beste opvangen en hun werk laten doen.

    Verstrijken

    Door je weeën verstrijkt de baarmoedermond. Voor de bevalling is dit een lang, stug, gesloten tuutje. Het verstrijken is het platter worden van de baarmoedermond. Daarnaast wordt de baarmoedermond ook weker, deze is in het begin net zo stug als je neus en aan het eind zo zacht als je tong. En daarnaast gaat de baarmoedermond zich openen: de ontsluiting.

    De actieve fase

    Dit betekent: het echte werk is begonnen, je krijgt regelmatige krachtige en pijnlijke weeën. Je hebt nu ongeveer 3 tot 4 cm ontsluiting.
    Deze weeën duren 60-80 seconden en zorgen voor verdere ontsluiting. Vaak heb je hierbij een beetje bloedverlies en soms ook vruchtwaterverlies. De actieve fase eindigt bij 10 cm oftewel volledige ontsluiting.

    Ademhaling tijdens de actieve fase

    Goede ademhaling tijdens de bevalling is erg belangrijk, hierdoor kun je beter ontspannen en rem je de actieve fase niet. Adem in en adem in 5 of 6 keer uit met pufjes. Je kunt samen met je partner tellen bij de uitademing zodat je je beter bewust bent van je ademhaling.

    De actieve fase is het vorderen van ontsluiting vanaf 4 cm. Bij een eerste kindje is dat gemiddeld is een centimeter per uur, maar zoals altijd met gemiddelden gaat het bij de ene bevalling sneller en bij de andere langzamer. Bij 10 cm is de baarmoedermond helemaal open en begint de uitdrijving.

    Uitdrijvingsfase

    Wanneer je 10 cm ontsluiting hebt bereikt start de uitdrijvingsfase. De ontsluitingsweeën gaan nu over in persweeën. Met deze weeën kun je je kindje naar buiten persen. Echte persdrang is een reflex en voelt als sterke drang tot poepen. Het is vrijwel onmogelijk om er niet aan toe te geven. Bij 10 cm ontsluiting en persweeën kun je starten met persen.

    Als de baby geboren is dan leggen we hem/haar direct op je blote buik. Geniet van dit moment!

    Nageboortetijdperk

    Je baby ligt lekker warm bij jou maar je bent er nog niet helemaal. Direct na de geboorte van de baby kan het zijn dat je een prik in je bovenbeen krijgt om je baarmoeder te stimuleren goed samen te trekken. Hierdoor laat de placenta makkelijker los. Meestal komt de placenta binnen 15 minuten na de geboorte van je baby. Om de placenta geboren te laten worden geven we stevige tegendruk op de buik en vragen we je soms om keer mee te persen.

    Er is geen tijdsduur aan te geven voor een bevalling. Wel kun je een indicatie krijgen welke tijdsduur normaal is.

    • De latente fase mag maximaal 9 uur duren
    • De actieve fase duurt tussen de 4 en 14 uur
    • De uitdrijvingsfase duurt tussen de 2 minuten tot maximaal 2 uur. Bij een eerste kindje is 50 minuten gemiddeld, bij een tweede, derde, etc. kindje is 15-20 minuten gemiddeld.
    • Het nageboortetijdperk duurt tussen de 5 tot 60 minuten

    Bij een tweede of derde kind zal de bevalling over het algemeen sneller verlopen.

    Wat kun je als partner doen?

    Steun geven op alle fronten en zorgen voor een comfortabele omgeving. Masseer eventueel de onderrug. Puf mee, help haar goed te ademen. Doe het samen dan werkt het beter. En soms is alleen er gewoon zijn al genoeg!

    Wanneer moet je bellen?

    Je moet je verloskundige altijd bellen wanneer:

    • je duidelijk minder bewegingen voelt dan voorheen.
    • je weeën hebt die regelmatig komen en pijnlijk zijn en ongeveer zestig seconden aanhouden. Bij een eerste kindje moeten de weeën ongeveer elke 3-4 minuten komen. Als je al een keer eerder bevallen belt, mag je bellen als de weeën ongeveer elke 5 minuten komen.
    • je vliezen gebroken zijn en het vruchtwater groen of bruin van kleur is. Het maakt niet uit hoe laat het is
    • je vliezen gebroken zijn, en het vruchtwater helder is. Je hoeft dan niet in de nacht te bellen, maar je kunt wachten tot de ochtend, tenzij je van ons andere instructies hebt gekregen
    • je bloedverlies hebt dat vergelijkbaar is met een menstruatie
    • je twijfelt of ongerust bent.
    • Indien je een medische indicatie hebt om in het ziekenhuis te bevallen kan het zijn dat je eerder moet bellen. Volg de instructies op die je daar op het spreekuur krijgt.

    Deel jouw ervaringen en vind steun in onze communities

    We geloven sterk in de kracht van gemeenschap en het delen van ervaringen. Hier moedigen we je aan om je eigen ervaringen en tips te delen en deel te nemen aan onze actieve community van zwangere vrouwen. Samen kunnen jullie elkaar ondersteunen en vragen beantwoorden met betrekking tot de voorbereiding op de bevalling.

    • group-image
      2 maanden geleden

      Voorbereiding bevalling

      105 leden

    • Feed

    • Mijn week

    • Cursusportaal

    • Community

    • Dashboard